Pedagogisch fundament

Als school en vooral als leerkracht heb je de fantastische maar vaak ook uitdagende taak kinderen te leren over rekenen en taal maar ook over sociale omgang, omgaan met emoties en over goed en kwaad. Wij zien onszelf niet alleen leraar maar ook als pedagoog. We maken weloverwogen keuzes in wat wij als school belangrijk vinden om onze leerlingen mee te geven.

Als school baseren wij ons pedagogisch plan op de ontwikkelingen en het empirisch onderzoek binnen de pedagogische en psychologische wetenschappen. Er zijn veel sociale wetenschappers die onderzoek hebben gedaan naar het opgroeien en opvoeden van kinderen die erg waardevol zijn ook binnen het onderwijs. Dit is het fundament van ons handelen in de dagelijkse praktijk. We zijn hierover nooit uitgeleerd en staan iedere dag weer voor nieuwe uitdagingen. Hieronder leggen we graag onze pedagogische grondslagen aan u uit.

Voorwaarden van ontwikkeling

Zelfontplooiing is een belangrijk doel binnen het onderwijs. Als school wil je dat iedere leerling datgene krijgt wat hij of zij nodig heeft om zichzelf te ontwikkelen en daarbij geen belemmeringen ervaart om te worden wie hij of zij wil zijn. Abraham Maslow deed onderzoek naar de voorwaarden voor het leren van kinderen. In de piramide van Maslow komt duidelijk naar voren dat er een hiërarchie bestaat in de behoeften van kinderen voordat ze zichzelf optimaal kunnen ontwikkelen.

De basis is het lichaam. Genoeg slaap, goede voeding, beweging en zorg is de meest essentiële behoefte van de mens. Volgende voorwaarde is dat het kind zich veilig voelt en geen fysieke of mentale bedreigingen ervaart. Saamhorigheid en liefde zijn emotionele behoeften van de mens die in sociale interactie bevredigd worden. Waardering voor het individu en respect voor waar diegene voor staat is de laatste stap die het kind brengt tot zelfontplooiing.

Met pauzes om even te rusten, te spelen en te eten, genoeg frisse lucht en een schone en veilige omgeving proberen wij de basis, de fysiologische behoeften van het kind, te waarborgen. Daarbij vinden wij het erg belangrijk dat kinderen ook thuis een goede omgeving vinden voor een gezond leven en zullen wij op school veel bezig zijn over goede voeding, leuke sporten en trekken we aan de bel als we zorgen hebben over leerlingen.

Veiligheid door een goed en schoon schoolgebouw en supervisie van een verantwoordelijke volwassene tijdens vrije momenten is het begin van dit aspect. De veiligheid om te zijn wie je bent beschermt te worden tegen gevaar, zowel fysiek als mentaal, is datgene wat de veiligheid voor het kind compleet maakt. Het begrip veiligheid is erg breed en vergt daarom veel inzet en aandacht van leerkracht.

Saamhorigheid en liefde moet het kind ervaren in de klas met medeleerlingen en leerkrachten. Wij zetten ons ten alle tijden in om hier als groep actief aan te werken door activiteiten, spellen en gesprekken in de klas. Het omgaan met zowel de mooie als de verdrietige momenten in het leven doen we als groep samen. Vertrouwen is een subaspect van deze laag in de piramide. Door elkaars liefde te ervaren ontstaat er een band die het vertrouwen doet groeien.

Waardering en respect is datgene wat voortvloeit uit saamhorigheid en liefde. We leren de kinderen om te gaan met verschillen in zowel de buiten als binnenkant en hiervan te houden. De basis begint bij jezelf, wanneer je jezelf waardeert en respecteert kun je dit ook voor anderen doen. De leerkracht is hierin het voorbeeld. Het waarderen van goed gedrag, mooie prestaties of gewoon eens een compliment vinden we heel belangrijk.

Ontwikkelingsfases en samenwerken

Het schoolklimaat (D. Brugman en G.J. Stams, 2005) wat wil zeggen de morele opvoeding binnen het onderwijs is een belangrijk uitgangspunt ook bij ons op school. In een beschrijvend onderzoek van Kohlberg (Colby en Kohlberg, 1987) die zijn oorsprong vond in het werk van Piaget (1932) onderscheidde Kohlberg de ontwikkeling van het moreel oordelen van kinderen in een premorale fase, een fase van morele heteronomie en een fase van autonomie. Een heteronome moraal berust op dwang, verschil in sociale relaties en de daaruit voortvloeiende autoriteit van een hoger geplaatste. Verantwoordelijkheid is in deze fase objectief, er wordt uitsluitend aandacht besteed aan de gevolgen van een handeling. Kinderen maken op de basisschool de ontwikkeling van de soms nog premorale naar heteronome fase naar de (gedeeltelijk) autonome fase op het gebied van moreel oordelen. Als leerkracht speel je hierin naast de ouders of verzorgers een heel belangrijke rol. Door kennis en begrip van deze fasen kun je de ontwikkeling  op het gebied van morele waarden van kinderen zorgvuldig begeleiden op een niveau dat past bij de leeftijd en dus ontwikkeling waarin het kind zich bevind.

Samenwerken

Nog een belangrijk beginsel vanuit de pedagogische wetenschappen is samenwerken. In coöperatieve leeromgevingen leren kinderen met elkaar te discussiëren, hun eigen werk te bestuderen en nieuwe ideeën voor de praktijk te construeren. Ook leren de kinderen nieuwe strategieën in het werk ui te proberen maar bovenal leert het kind inzichten met elkaar te delen wat tot kennisgroei leidt (Farr-Darling, 2001). We werken in de klas graag in groepjes ofwel studieteams. Een studieteam is een ‘community of inquiry’ (Farr-Darling, 2001) die het leren organiseert vanuit zelfgekozen onderwerpen en interesses, wat de motivatie tot leren bevorderd. De leerlingen leren hun inzichten te verwoorden en te delen en werken groepsgewijs aan een gemeenschappelijk doel waarbij sociale interactie en omgangsvormen een belangrijke basis is.

Samen staan we sterk 

Op de basisschool leren kinderen naast alle praktische en theoretische schoolvakken ook veel over het leven met elkaar. Ze sluiten vriendschappen met klasgenootjes, lachen met elkaar, zijn soms verdrietig en maken wel eens ruzie. In deze sociale interactie hebben wij als leerkrachten een voorbeeldfunctie en een sturende rol naar onze leerlingen toe. Wij geven op school aan wat de regels zijn en houden ons er met zijn allen aan. De meest belangrijke regel is elkaar respecteren, dit is de basis van alle relaties zowel die van de leerlingen onderling als met de leerkracht. Elkaar in de waarde laten, behulpzaam zijn en samen delen vinden wij op school heel erg belangrijk.

Pesten past niet binnen deze gedachte van naastenliefde. En daarom besteden we er veel tijd aan om ervoor te zorgen dat alle leerlingen, groot, klein, dik of dun, zich allemaal veilig en gewaardeerd voelen. We doen in de klas veel spelletjes en activiteiten om het groepsgevoel te stimuleren en om te gaan met de verschillen tussen al onze kinderen. Want wat zou het saai worden als we allemaal hetzelfde zijn. Hoe meer verschillen des te rijker en meer inspirerend de omgeving vinden wij. Samen is het leuker, samen staan we sterk!

Regels

In de klas stimuleren we graag de leerlingen die hun best doen en het beste beentje voor zetten! Zo hopen we zo min mogelijk bezig te hoeven zijn met straffen, we begrijpen natuurlijk dat het ook wel eens moeilijk is je aan de regels te houden en gaan hier dan over in gesprek met de leerling en eventueel de ouders. Veel regels maken het onoverzichtelijk voor onze leerlingen daarom hebben we geprobeerd kort samen te vatten wat we graag zien op school en besteden we in de klas veel aandacht aan de praktische betekenis hiervan. Ook  stelt de leerkracht een set gedragscodes samen met de leerlingen die specifiek in de klas gelden tijdens de lessen en momenten samen.

Belangrijke uitgangspunten voor op school

We zijn aardig en beleefd tegen elkaar, we helpen elkaar als dat nodig is en staan klaar voor elkaar.

We zijn veilig bij elkaar en kunnen elkaar vertrouwen

We gebruiken woorden om problemen op te lossen of om te laten weten wat ons dwarszit.

We houden de school netjes en schoon en helpen elkaar hiermee.

We zijn verstandig in ons doen en laten, we denken na over dat wat we doen en zeggen.

Plek voor cultuur

Alle kinderen vanuit alle achtergronden zijn welkom bij ons. We leren graag over alle verschillende culturen en religies en de geschiedenis hiervan. Hierdoor kunnen we elkaar beter leren begrijpen. Wel staat het Christendom op onze Christelijke school centraal. We kijken samen wat de Bijbel ons allemaal kan leren en vertellen over God en zijn zoon Jezus.

Samen leren, spelen, beleven en genieten is ons streven. Naast de reguliere lessen ruimen we ook tijd in voor bijzondere feestdagen zoals Pasen en Kerst en de verjaardagen van onze leerlingen en leerkrachten. Ook vinden we het fijn om samen stil te staan bij de seizoenen met een herfst, winter en zomer feest. Waarin alle leerlingen creatief kunnen samenwerken aan een leuk toneelstuk, dans of zang. Tijdens deze feesten vinden we het leuk als ouders of andere familie of verzorgers dit met ons mee vieren.

Blijven vragen!

Wij houden van nieuwsgierige kinderen, vragen stellen betekend dat je wilt leren! We stimuleren het vragen stellen bij kinderen, het kind dat vragen stelt is zeer gemotiveerd het antwoord te weten te komen. We gaan graag samen met de leerlingen op onderzoek uit. Vragen stellen geeft richting aan het denkproces en helpt een kind om zijn persoonlijkheid te ontwikkelen. Elk kind, maar ook elke volwassene, heeft een leraar nodig die hem op weg helpt.